22/10/2019 Artikel
Nora Larosse ,Arnaud De Martelaere, Marlon van Dijk, Simon Van Glabeke, Hanne De Vleeschouwer, Oriane Lecluyse
Volgens de ene zijn ze een verrijking voor de stad, volgens de andere concurreren ze de lokale horeca weg omdat ze minder strenge regels moeten volgen. Welkom in de wondere wereld van de zomerbars, die de voorbije zomers als paddenstoelen uit de grond schoten. Een groep jonge journalisten van StampMedia trok in samenwerking met VRT NWS op onderzoek: “Als iedereen voor zijn eigen deur veegt, is de hele straat proper.”
Vlaanderen telt meer dan 200 pop-upzomerbars, die maximaal 120 dagen open mogen zijn. “We zien dat tijdelijke zomerbars jaar na jaar aan populariteit winnen”, zegt Matthias De Caluwe van Horeca Vlaanderen.
Met 18 zomerbars is de stad Antwerpen koploper. Een van deze Antwerpse zomerbars is Sommar, vlak bij het Eilandje. Zaakvoerder Jan Van Leuffel erkent dat het voor een beginnend ondernemer eenvoudiger is om een pop-uphorecazaak te openen, in plaats van een reguliere horecazaak: “We zijn begonnen met Sommar omdat we wilden weten hoe het was om een eigen horecazaak te runnen. Dan leek het ons een goed idee om te beginnen met een pop-upzaak omdat die eenvoudiger is om op te richten.”
Nieuw leven in de stad
Verschillende steden en gemeenten, waaronder Antwerpen, stimuleren de komst van zomerbars. “De stad ziet graag hoe nieuwe concepten uitgetest worden, hoe jonge ondernemers zaken uitproberen en ervaring opdoen om door te groeien”, klinkt het op het kabinet van schepen voor Middenstand Koen Kennis (N-VA). “Tijdelijke zaken brengen bovendien weer leven in leegstaande panden en zorgen ervoor dat buurten heropgewaardeerd worden.” Leegstandbeheerder FMT / Creatief met leegstand, een organisatie die leegstand bestrijdt en zo mee zorgt voor heropwaardering, laat onder andere pop-upzaken de leegstaande panden bemannen.
Vrijwillig versus betaald
Horecazaken werken vaak met studenten en flexi-jobbers, maar dat is niet altijd het geval bij pop-upzomerbars. Zo zijn er ook zomerbars waarachter een vzw schuilgaat die gebruikmaakt van vrijwilligers. Zo houden die vzw’s hun personeelskosten laag en kunnen ze consumpties aan lagere prijzen aanbieden.
“Klanten gaan daar graag op in, want elders is het duurder”, aldus Horeca Vlaanderen, “Dat is dus oneerlijke concurrentie voor de reguliere horeca, maar ook voor de vele pop-upuitbaters (zoals Sommar, red.) die hun onderneming wel op een correcte manier uitbaten. We vragen een gelijk speelveld voor dezelfde activiteiten. Niks meer, niks minder.” “Zomerbars die met vrijwilligers werken, kunnen veel meer winst opstrijken”
Hans Van Herck, uitbater café Baron
Ook Hans Van Herck, uitbater van café Cabron ervaart het gebruik van vrijwilligers als oneerlijk: “In mijn zaak moet ik iedere dag mijn personeel inschrijven en betalen. Ik moet heel hard werken om er iets aan over te houden. Zomerbars die met vrijwilligers werken, kunnen veel meer winst opstrijken.”
Joris Rayen, eigenaar van zomerbar Costa Duffla, is het niet eens met die uitspraken. “Wij werken inderdaad enkel met vrijwilligers. Maar wij gebruiken de winst vervolgens om verschillende goede doelen te steunen.”
Minder papierwerk
Pop-uphorecazaken die maximaal 120 dagen per jaar open zijn, hebben geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig, terwijl de reguliere horeca dit wel moet aanvragen. Een doorn in het oog van verschillende ondernemers.
“Er zijn strenge regels over wat ik wel of niet op mijn terras mag zetten. Voor veranderingen als een luifel of veranda heb ik een vergunning nodig. Pop-upzaken zijn daar veel vrijer in, waardoor ze veel beter identiteit aan hun zaak kunnen geven”, zegt een Antwerpse horecaondernemer.
Klopt dat? Volgens het kabinet van Sofie Bracke, Open VLD-schepen van Economie in Gent, is een omgevingsvergunning inderdaad niet nodig. “Want wij willen tijdelijk ondernemen makkelijker maken”, klinkt het.
Worden zomerbars minder gecontroleerd?
Nog een pijnpunt: reguliere horecazaken verwijten het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) dat zij zomerbars minder goed controleren. Na een eerste controle legt het FAVV een horecazaak verbeterpunten op. Omdat een zomerbar maar enkele maanden open is, kan het FAVV volgens reguliere horecaondernemers niet controleren of deze punten ook zijn verbeterd.
Dat ontkent het FAVV. “Wanneer er een negatief rapport wordt uitgeschreven, maken wij met de zaak een afspraak voor een nieuwe controle. Als het over een tijdelijke zaak gaat, zal die controle natuurlijk sneller plaatsvinden”, zegt FAVV-persverantwoordelijke Liesbeth Van de Voorde.
Bikkelharde concurrentie
Dat zomerbars tijdens de primetime van de horeca -de zomermaanden- open zijn, valt evenmin in goede aarde bij elke horeca-uitbater. Roman Drowart, eigenaar van de Antwerpse lunchbar BLT, legt uit: “Iemand die een investering aangaat voor meerdere jaren, heeft veel meer verplichtingen dan iemand die een zaak voor enkele maanden opent. Als reguliere horecazaak moet ik ook de wintermaanden kunnen overbruggen, dat geldt niet voor een zomerbar. Bovendien verlies ik tijdens de zomermaanden klanten aan de lokale zomerbars.”
Toch ziet Jan Van Leuffel, eigenaar van zomerbar SOMMAR, daar geen probleem in: “Het groot aantal zomerbars in de directe omgeving is voor mij iets positiefs. Hoe meer concurrentie er is, hoe scherper je als zaak blijft. Dat zorgt ervoor dat ik blijf innoveren en investeren. Regelmatig vernieuwen wij de menukaart en organiseren wij activiteiten zoals brunches en petanquetoernooien.”
Bovendien zijn er ook regels voor zomerbars die niet gelden voor reguliere horecazaken. Sommige steden, zoals Antwerpen, leggen bijvoorbeeld een vast sluitingsuur op aan zomerbars.
Ook zijn zomerbars weersafhankelijk: zomeravonden lokken veel meer klanten dan regenachtige momenten. “Iemand die een investering aangaat voor meerdere jaren, heeft veel meer verplichtingen dan iemand die een zaak voor enkele maanden opent.”
Roman Drowart, eigenaar BLT
Pikt horeca ook een graantje mee?
Tot slot is niet iedere horeca-uitbater kritisch over het stijgend aantal zomerbars. Volgens Yves Klinkhamers, eigenaar van Café Pelikaan en Batavier in Antwerpen, zorgen de zomerbars voor een positieve kruisbestuiving: “Volk trekt volk. Het Eilandje is de laatste jaren opgewaardeerd tot een fijne buurt. Dan is het logisch dat er ook zomerbars naar deze locatie komen, wat de buurt uiteindelijk nog aantrekkelijker maakt. Als iedereen voor zijn eigen deur veegt, is de hele straat proper. Ik focus mij liever op mijn eigen zaak en cliënteel in plaats van mijn buurman met de vinger te wijzen.”
Bron: Stampmedia